Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI9907

Datum uitspraak2009-06-11
Datum gepubliceerd2009-06-25
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers609446
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Werkwijze energiemaatschappij leidt tot veroordeling van deze maatschappij in de proceskosten, waaronder reis-, verblijf- en verletkosten, en tot afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente.


Uitspraak

RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH Sector Kanton, lokatie ‘s-Hertogenbosch Zaaknummer : 609446 Rolnummer : 09/1724 Uitspraak : 11 juni 2009 in de zaak van: de besloten vennootschap GROENE ENERGIE ADMINISTRATIE B.V., h.o.d.n. Greenchoice gevestigd te Rotterdam, eiseres, gemachtigde: mr. M.P. Harten, gerechtsdeurwaarder te ’s-Gravenhage, t e g e n : [gedaagde], wonende te ’s-Hertogenbosch, aan de [adres], gedaagde, procederend in persoon. Partijen zullen verder worden aangeduid als ‘Greenchoice’ en ‘[gedaagde]’. 1. DE PROCEDURE Greenchoice heeft bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. [gedaagde] is in rechte verschenen en heeft mondeling verweer gevoerd. Bij rolbeslissing van de kantonrechter is vervolgens een comparitie van partijen gelast, welke is gehouden op 28 april 2009. Voorafgaande aan die comparitie zijn door Greenchoice nog producties in het geding gebracht. Ter gelegenheid van die comparitie hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. Daarna is vonnis bepaald. Onder de genoemde processtukken bevinden zich tevens de in die stukken nader aangeduide producties. 2. HET GESCHIL 2.1. Greenchoice vordert aanvankelijk betaling van € 1.647,55 , te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding. Greenchoice legt daaraan ten grondslag dat tussen partijen een overeenkomst heeft bestaan voor het door Greenchoice voor rekening van [gedaagde] leveren van energie. [gedaagde] heeft het bedrag van de eindafrekening onbetaald gelaten. 2.2. [gedaagde] heeft hiertegen tot verweer aangevoerd dat hij het niet eens is met de eindafrekening en dit standpunt voortdurend aan Greenchoice kenbaar te hebben gemaakt. 2.3 Voor de toelichting van partijen op de door hen ingenomen standpunten zij verwezen naar de inhoud van de processtukken. Voor zover relevant voor de beoordeling van dit geschil komen de stellingen van partijen hierna bij de beoordeling aan de orde. 3. DE BEOORDELING 3.1. [gedaagde] heeft met Greenchoice op 18 september 2007 een overeenkomst gesloten voor de levering van energie ten behoeve van zijn woning aan de Reysstraat 40 te ’s-Hertogenbosch. Deze overeenkomst is daadwerkelijk ingegaan op 13 oktober 2007. Vanwege het niet betalen door [gedaagde] van de maandelijkse voorschotten is de overeenkomst door Greenchoice beëindigd per 7 juni 2008. Eind juni 2008 heeft Greenchoice hierop een eindafrekening aan [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] heeft geweigerd het bedrag van die eindafrekening te voldoen, aangezien deze eindafrekening volgens hem niet klopte. 3.2 Greenchoice vordert in deze procedure aanvankelijk betaling van het saldo van die eindafrekening (€ 1.305,28), vermeerderd met € 300,-- buitengerechtelijke kosten en € 42,27 rente. Aangezien [gedaagde] enige weken na ontvangst van die eindafrekening bericht ontving van de netwerkbeheerder dat de stand van de gasmeter per 24 juni 2008 27.999 bedroeg, in plaats van de door Greenchoice in haar eindafrekening gehanteerde (eind)stand per 7 juni 2008 van 29.089, heeft hij vanaf het begin bij Greenchoice geprotesteerd tegen de hoogte van die eindafrekening. Blijkens de inhoud van de door Greenchoice in het geding gebrachte producties erkent Greenchoice dat [gedaagde] op de eindafrekening en de daarna gezonden sommaties steeds heeft gereageerd met diens stelling dat die eindafrekening eerst gecorrigeerd diende te worden alvorens hij deze zou voldoen. Zo blijkt uit een telefoonnotitie van 18 september 2008 van de gemachtigde van Greenchoice dat Greenchoice er volledig van op de hoogte was dat [gedaagde] het door hem verschuldigde bereid was te betalen, doch slechts met inachtneming van een berekening op grond van de juiste meterstanden. Steeds heeft Greenchoice daarop het standpunt ingenomen –tot aan de in deze procedure gehouden comparitie toe- dat zij diende uit te gaan van de door haar van de netwerkbeheerder ontvangen meterstanden en dat [gedaagde] er maar zelf voor zorg diende te dragen dat de netwerkbeheerder alsnog de juiste meterstanden zou doorgeven aan Greenchoice. Tot verbazing van de kantonrechter kwam Greenchoice één dag voor de te houden comparitie in deze zaak met een gecorrigeerde eindafrekening, waarbij plotseling wel de door [gedaagde] genoemde meterstand in de berekening werd meegenomen. De medewerkster van Greenchoice verklaart daarover ter comparitie dat zij (eerst) de vorige dag contact heeft opgenomen met de netwerkbeheerder, hetgeen heeft geresulteerd in de gecorrigeerde eindafrekening. 3.3 Genoemde, hier voren, gerelateerde gang van zaken leidt de kantonrechter tot de conclusie dat Greenchoice ter zake weinig zorgvuldig heeft gehandeld. Het moge zo zijn dat zij steeds dient uit te gaan van de door de netwerkbeheerder opgegeven meterstanden, doch toen [gedaagde] aan haar overtuigende bewijsstukken deed toekomen aangaande de volgens hem enige juiste meterstand, had het voor de hand gelegen dat Greenchoice direct contact zou hebben opgenomen met de netwerkbeheerder om een en ander kort te sluiten. Uit de vorenliggende bescheiden en stellingen van partijen dient te worden afgeleid dat Greenchoice op voorbarige wijze de onderhavige vordering in rechte aanhangig heeft gemaakt, althans dat Greenchoice er niet alles aan heeft gedaan om incassering van het bedrag van de eindafrekening buiten rechte te bewerkstelligen. Zulks klemt temeer nu uit de gecorrigeerde eindafrekening blijkt dat [gedaagde] per saldo niet € 1.305,28, doch (slechts) € 643,35 dient te betalen. [gedaagde] ontkent de verschuldigdheid van laatstgemeld bedrag niet, weshalve de kantonrechter deze verminderde vordering ook zal toewijzen. De mede gevorderde rente en kosten zullen echter, gelet op voornoemde overwegingen, als ongegrond worden afgewezen. Nu, zoals overwogen, Greenchoice de procedure onnodig, althans voorbarig aanhangig heeft gemaakt, zal zij in de kosten van deze procedure worden verwezen. Ingevolge het bepaalde bij artikel 238 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen onder de kosten in zaken waarin een in persoon procederende partij in het gelijk wordt gesteld, worden opgenomen een door de rechter te bepalen bedrag voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten, alsmede een door de rechter te bepalen bedrag voor noodzakelijke verletkosten van die partij. Nu [gedaagde] in ieder geval aanwezig diende te zijn bij de gehouden comparitie van partijen, zal de kantonrechter de aan de zijde van [gedaagde] gevallen kosten bepalen op € 200,-- . 4. DE BESLISSING De kantonrechter: Veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Greenchoice te voldoen de somma van € 643,35. Veroordeelt Greenchoice in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagde] tot aan deze uitspraak begroot op € 200,-- aan reis-, verblijf- en verletkosten. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Ontzegt het meer of anders gevorderde. Aldus gewezen door mr. M.H.Kobussen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juni 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.